20 april 2012
Van 30 mei tot en met 26 augustus 2012 is in De Mesdag Collectie Den Haag de tentoonstelling 'Penseelprinsessen II. Schilderen als beroep' te zien.
In het voormalig woonhuis van de 19de-eeuwse kunstenares Sientje Mesdag-van Houten zijn dan ongeveer 40 schilderijen, miniaturen en beeldhouwwerken van haar en haar tijdgenotes te zien.
Het zijn werken van kunstenaressen als Thérèse Schwartze, Henriette Ronner-Knip, Suze Robertson en Sientje Mesdag zelf, die tot de eerste lichting vrouwen behoorden die de mogelijkheid hadden een professionele carrière op te bouwen.
Deze schilderessen behoren tot de top van de Nederlandse kunstwereld. Sientje Mesdag, getrouwd met de bekende Haagse School-schilder Hendrik Willem Mesdag, wierp zich op als verzamelaar en als steun en toeverlaat van haar vrouwelijke collega’s.
De tentoonstelling bevat naast werken uit De Mesdag Collectie bruiklenen uit onder andere Museum Boijmans Van Beuningen en het Rijksmuseum.
Daarnaast zijn er vele schilderijen uit particulier bezit te zien. Een van de topstukken is het zelfportret van Thérèse Schwartze (1851-1918) dat zij schilderde voor de befaamde portrettenverzameling van de Uffizi Galerij in Florence. Het is de eerste keer sinds 100 jaar dat dit werk weer in Nederland te zien is.
Vrouwen in de kunst
In de 19de eeuw beoefenen ruim 1100 vrouwen de beeldende kunst in Nederland. Naast dames die de kunst uitsluitend als hobby beschouwen, ontstaat een groeiende groep vrouwen die schildert als beroep. Tot 1850 bewijzen vooral dochters uit kunstenaarsfamilies dat ze een zelfstandige carrière als schilderes kunnen opbouwen. Kunstenaressen als Elisabeth Kiers-Haanen, Francina Louise Schot en Henriëtte Geertruida Knip specialiseren zich in het schilderen van miniatuurportretten, kleine stillevens en genrestukken. Naarmate de onderwijsmogelijkheden zich na 1850 uitbreiden en de kunstacademies hun deuren voor vrouwelijke leerlingen openen, groeit het aantal professionele kunstenaressen in ons land snel en zijn ze al gauw niet meer weg te denken uit de kunstwereld. Thérèse Schwartze, Henriette Ronner-Knip en vele anderen exposeren in binnen- en buitenland en verkopen hun werk aan verzamelaars en kunsthandels. Ze worden lid van kunstenaarsverenigingen zoals Arti en Amicitiae en doen zo hun intrede in de kunstwereld.
Sientje Mesdag-van Houten
In de collectie van het schildersechtpaar Hendrik Willem en Sientje Mesdag, het huidige museum De Mesdag Collectie, bevinden zich opvallend veel werken van kunstenaressen. Sientje heeft zich jarenlang ingezet voor jonge, talentvolle kunstenaressen, voor wie kunstverzamelaars en handelaars op dat moment nog geen belangstelling hadden. Zij verwierf niet alleen werk van bekende kunstenaressen, met wie ze bevriend was, maar ook van nog onbekende vrouwelijke schilders. Ze is voor velen belangrijk geweest bij het opzetten van een zelfstandige beroepspraktijk.
Samenwerking met Paleis het Loo en het RKD
Penseelprinsessen II. Schilderen als beroep is het vervolg op de tentoonstelling Penseelprinsessen I. Kunstenaressen rond het hof in de 19de eeuw die nog tot en met 28 mei te zien is in Paleis het Loo. Beide tentoonstellingen zijn samengesteld door gastconservator Hanna Klarenbeek en worden georganiseerd in samenwerking met het RKD (Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie).
Publicatie
Bij de tentoonstelling verschijnt een rijk geïllustreerd boek over de positie en ontwikkeling van kunstenaressen in de 19de eeuw in Nederland.
Penseelprinsessen en broodschilderessen. Vrouwen in de beeldende kunst 1808-1913, door Hanna Klarenbeek, 240 pagina’s, 150 illustraties, € 29,50 (alleen Nederlandse uitgave), Uitgeverij THOTH, in samenwerking met het RKD en het Van Gogh Museum.