In 1887 lieten Hendrik Willem en Sientje Mesdag-van Houten naast hun huis een museum bouwen: Museum Mesdag. Ze lieten er hun eigen schilderijen zien én hun verzameling Nederlandse en Franse kunst. Wat vonden ze mooi? En waar deden ze hun aankopen?
‘Er staan nog zoovele schilderijen op de grond dat ik niet weet hoe die te plaatsen.’
Ongedateerde brief van Hendrik Willem Mesdag aan Kunsthandel E.J. van Wisselingh & Co
Op zondagochtend open
Museum Mesdag was op zondagochtend open, maar alleen op afspraak. Hendrik Willem leidde er dan zelf rond. Hij begon zijn rondleidingen altijd in de ateliers van Sientje en hemzelf. Daarna liet hij de verzameling in het museum zien.
Museum Mesdag aan de Laan van Meerdervoort
Rasverzamelaars
Verzamelen zat Hendrik Willem en Sientje in het bloed, want in de families Mesdag en Van Houten werd kunst verzameld. Hendrik Willem en Sientje kochten hun eerste kunstwerken rond 1866, toen ze in Brussel woonden. In het begin ging dat voorzichtig, later kochten ze meerdere kunstwerken tegelijk – hun huis kwam steeds voller te hangen.
Kunstenaarsvrienden
Hendrik Willem en Sientje hadden veel kunstenaarsvrienden, van wie ze graag werk kochten. Een van hen was Constant Gabriël, die ze tijdens hun jaren in Brussel hadden leren kennen. Zijn In Groenendaal was een van hun eerste aankopen.
Atelier van Hendrik Willem Mesdag, ca. 1915

Paul Joseph Constantin Gabriël, In Groenendaal (bij Brussel), 1866
Vroege aankoop
Hendrik Willems neef Lourens Alma Tadema was ook kunstenaar. Hij maakte reizen naar Italië en had veel succes met zijn scènes uit de Romeinse oudheid. Spelevaren maakte Alma Tadema in opdracht van de Mesdags – het was een van hun eerste aankopen. Later verwierven ze nog meer schilderijen van Lourens en diens vrouw Laura Epps.

Lourens Alma Tadema, Spelevaren (Opus nr. LVI), 1868

onbekend/unknown, Schaal met voorstellingen van een porseleinfabriek, 1875
Steeds meer
Het huis van de Mesdags hing en stond bomvol kunst. Met de bouw van hun eigen museum kregen ze meer ruimte en kochten ze nóg meer. Meer schilderijen en tekeningen, maar ook bronzen, keramiek en porselein. Zoals deze Japanse schaal, waarvan er maar drie bestaan.
‘Ik heb mijn vrouw uw voorstel om de 4 tekeningen van J. Bosboom en 2 van J. Weissenbruch voor f 2.000 over te doen medegedeeld. Zij adviseert om uw voorstel aan te nemen en daarom zal ik dit ook maar doen.’
Brief van Mesdag aan kunsthandel Maison Artz, Den Haag, 1896
Verzamelen
De Mesdags kochten vooral kunst die ze mooi vonden. Werk van de schilders van Barbizon, bijvoorbeeld. En van bevriende kunstenaars van de Haagse School. Beide groepen kunstenaars schilderden in de natuur en met brede penseelstreken.
Schetsen en onaf werk
Een kunstenaar is vaak geïnteresseerd in hoe collega’s werken. Omdat de Mesdags kunstenaars waren, verzamelden ze vooral werk waarin je kunt zien hoe het gemaakt is. Zoals schetsen en studies. En dit onaffe werk van Rousseau, waarbij het is alsof je met de kunstenaar meekijkt tijdens het werkproces.

Camille Corot, Krijtrotsen bij Yport, 1872

Théodore Rousseau, Moord op de onschuldigen, 1847
Vrouwelijke kunstenaars
Eind 19de eeuw was het voor vrouwen vrij ongewoon om als kunstenaar te werken. En al helemaal voor getrouwde vrouwen. Maar Sientje stelde haar leven in dienst van de kunst en gaf schilderles aan andere vrouwen, zoals haar nichtjes Barbara en Alida van Houten. Bovendien kocht ze vaak kunst van andere vrouwelijke kunstenaars, zoals Thérèse Schwartze.

Thérèse Schwartze, Meisje met gitaar (Theresia Ansingh), 1904
Een van de zalen in De Mesdag Collectie
Erfenissen en connecties
Hendrik Willem Mesdag was eigenlijk zakenman en werd pas op zijn 35ste kunstenaar. Dankzij een erfenis kon hij fulltime gaan schilderen. En na nóg een flinke erfenis in 1881 konden de Mesdags op grote schaal kunst kopen. De inkomsten uit hun eigen schilderijen én uit vastgoedprojecten hielpen daar bij.
Koningin Wilhelmina en de Franse president Armand Fallières na een bezoek aan Museum Mesdag, 5 juli 1911 (foto: Haags Gemeentearchief)
Contacten
De Groningse Mesdags werden vooraanstaande Hagenaren. Hendrik Willem was bijvoorbeeld lid van de voorname Sociëteit De Witte en had nauwe banden met het koningshuis. Sientje was bijvoorbeeld voorzitter van vrouwenvereniging Onze Club. Veel van de contacten die de Mesdags in Den Haag hadden, kochten ook hun kunst.
Hendrik Willem Mesdag ontving graag journalisten. Soms in zijn rol als voorzitter van Pulchri Studio, vaak als schilder of verzamelaar. Bijvoorbeeld in 1898, toen veel internationale journalisten in Nederland waren voor de inhuldiging van koningin Wilhelmina. Mesdag nodigde ze uit in Museum Mesdag voor een ‘afternoon met thee en een glaasje champagne’. Zo wist hij alle ogen op het museum te richten.
‘En de koningin der Nederlanden die me gisteren een bezoek bracht vertelde me dat zij op jouw tentoonstelling één van mijn schilderijen had gezien.’
Brief van Hendrik Willem Mesdag aan kunsthandelaar Thomas Wallis, 1873
Altijd de beste prijs
Hendrik Willem had contact met kunsthandelaren in binnen- en buitenland. Hij was een goede klant bij die handelaren, maar bracht ook de schilderijen van Sientje en hemzelf bij hen onder. Zo hadden de Mesdags een uitstekende positie om over een goede prijs te onderhandelen. Soms betaalden ze met hun eigen schilderijen.
Boedelveiling
Op veilingen van nalatenschappen kon je nog wel eens een topstuk vinden – die kostten daar vaak minder dan bij een kunsthandelaar. Zo kochten de Mesdags maar liefst dertien schilderijen op de boedelveiling van een Londense kunsthandelaar. Een daarvan was Hagar en Ismaël van de Franse schilder Jean-François Millet.

Lourens Alma Tadema, Menukaart met getekend portret op de omslag, t.g.v. Mesdags 70e verjaardag, 1901
Mesdag in gesprek met de Amsterdamse kunsthandelaar Abraham Preyer

Jean-François Millet, Hagar en Ismaël, 1849

Antonio Mancini, De verjaardag, 1885
Antonio Mancini
Jarenlang onderhielden de Mesdags contact met de Italiaanse kunstenaar Antonio Mancini. Ze schreven brieven, maar hebben elkaar nooit ontmoet. De Mesdags boden Mancini financiële ondersteuning, in ruil voor schilderijen. Sommige daarvan hielden ze zelf, de rest verkochten ze.

Emile Adélard Breton, De kraaien, 1870
Ruilen
Vaak probeerde Hendrik Willem schilderijen van Sientje of hemzelf te ruilen met andere kunstenaars. Niet altijd met succes. In 1872 wilde Mesdag graag De kraaien van Emile Breton hebben. Hij stelde een ruil voor, maar Breton weigerde. Niet veel later besloot Mesdag het winterlandschap dan maar gewoon te kopen.
Een Grootsche Daad
In 1903 droegen de Mesdags hun museum over aan de Nederlandse Staat. ‘Een Grootsche Daad’, kopte een krant. Door de schenking bleef de kunstcollectie bijeen. Maar dat gold niet voor de kunstverzameling in het woonhuis: die bleef privébezit en werd na het overlijden van Hendrik Willem en Sientje geveild.
Ministers en feest
Toen de Mesdags hun museum overdroegen aan de Staat kwamen alle ministers – in rijtuigen – naar de Laan van Meerdervoort. Ook de premier kwam om de Mesdags persoonlijk toe te spreken. Om de schenking te vieren gaf de Haagse kunstenaarsvereniging Pulchri Studio een groot feest. Het thema: Venetië.
Feest in Pulchri Studio, januari 1903
De Mesdag Collectie
De Mesdag Collectie
Sinds 1990 wordt het museum van de Mesdags beheerd door de Stichting Van Gogh Museum in Amsterdam. Tegenwoordig heet het De Mesdag Collectie.