Toen de Mesdags hun huis inrichtten, lieten ze trots de namen van Franse schilders op de muur schilderen. Daubigny, Millet, Dupré, Rousseau, Courbet, Corot, Troyon, Diaz – ze hadden ze allemaal in hun verzameling. Wie waren deze kunstenaars? En wat maakte ze zo bijzonder?
Camille Corot buiten aan zijn ezel
Buiten schilderen
De kunstenaars van Barbizon veroorzaakten een revolutie in de schilderkunst. In Frankrijk en daarbuiten. Ze maakten geen geïdealiseerde landschappen, maar schilderden persoonlijke indrukken van de natuur en het buitenleven. Ongepolijst en vlot. En wat ook nieuw was: ze schilderden buiten, in de open lucht.

Camille Corot, Verlaten steengroeve, 1850
Barbizon
Barbizon is een dorp, zo’n 50 kilometer ten zuiden van Parijs. Dichtbij ligt het woud van Fontainebleau met oeroude bomen en grote rotsformaties. Camille Corot ging vanaf 1830 regelmatig naar Barbizon en schilderde er Verlaten steengroeve.
Held van de Haagse School
Terwijl de meeste schilders zo nu en dan naar Barbizon kwamen, woonde Jean-François Millet er permanent. Hij schilderde arme boeren zó indrukwekkend, dat ze een onuitwisbare indruk achterlieten. Daardoor werd Millet voor veel schilders van de Haagse School een bron van inspiratie.

Jean-François Millet, Hooimijten, 1868

Théodore Rousseau, Moord op de onschuldigen, 1847
Liefde voor bomen
Théodore Rousseau had een grote liefde voor bomen. Toen hij zag hoe er een paar werden omgehakt, vatte hij dat op als moord. Wanhopig maakte hij een schets die hij later in zijn atelier gebruikte voor dit schilderij. Hij voltooide het nooit, maar dat vonden de Mesdags juist aantrekkelijk toen ze het kochten.
Verf uit een tube
Rond 1840 werd de verftube uitgevonden, waardoor schilders makkelijker buiten konden werken. Ook kwamen er draagbare veldezels en handzame schilderskisten. In het deksel van zo’n kist kon je een paneeltje of een stuk karton vastzetten. Zo fungeerde die als schildersezel.
Nederlanders in Barbizon
Voor veel 19de-eeuwse Nederlandse landschapschilders had Barbizon een magische klank. De meesten kenden de kunst van de Franse buitenschilders die daar werkten alleen van tentoonstellingen of uit verhalen. Maar een paar Nederlandse schilders reisden zelf naar Barbizon, zoals Willem Roelofs, Jozef Israëls, Jacob Maris en Jan Hendrik Weissenbruch. Die schilderde er het huis van Millet.
Jan Hendrik Weissenbruch (1824-1903), Het huis van Jean-François Millet in Barbizon, 1900, particuliere collectie
Adresboekje van Theo van Gogh (1857-1891), na 1878, Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting)
De Mesdags en de schilders van Barbizon
Iedereen droomt weleens van een erfenis, maar voor de Mesdags was het werkelijkheid. Sientje en Hendrik Willem erfden allebei indrukwekkende bedragen van hun ouders, in 1864 en 1881. Na die tweede erfenis konden de Mesdags dure schilderijen van de schilders van Barbizon en andere Franse meesters kopen. Eerder konden ze zich dat niet veroorloven.
Goede klanten
De Mesdags behoorden van 1880 tot 1890 tot de beste klanten van kunsthandel Goupil, die vestigingen had in Parijs en Den Haag. Bij de Parijse vestiging van Goupil werkte Theo van Gogh, de broer van Vincent. Hij noteerde de Mesdags in dit adresboekje vol zakelijke contacten.
Astronomisch bedrag
In 1882, het jaar na de tweede erfenis, gaven de Mesdags 114.902 gulden uit aan kunst. Een astronomisch bedrag. Van de ongeveer 350 schilderijen en tekeningen die de Mesdags kochten was bijna de helft van Franse kunstenaars. Hun duurste aankoop was het schilderij Herfst van Jules Dupré – ze betaalden er 12.400 gulden voor.

Jules Dupré, Herfst, 1865
Naar het voorbeeld van Millet
Na de dood van de Franse schilder Jules Bastien-Lepage werd de inboedel van zijn atelier geveild. Op de veiling kochten Hendrik Willem en Sientje deze olieverfschets, waarvoor het nichtje en de grootvader van Bastien-Lepage als model hadden gediend. Als voorbeeld had hij de Rustende wijngaardenier van Jean-François Millet gebruikt. Die pasteltekening kochten de Mesdags later ook.

Jules Bastien-Lepage, Schets voor Het hooien, 1876

Jean-François Millet, Rustende wijngaardenier, 1869
Gustave Courbet
Behalve kunst van de schilders van Barbizon kochten de Mesdags ook andere grote namen, zoals Gustave Courbet. Dit is misschien zijn zelfportret. Of is het een vriend van Courbet met de naam Hippolyte? De meningen verschillen. Rechts boven de schouder schreef Courbet in het Frans:
‘Aan mijn vriend Hippolyte, aandenken aan onze vriendschap’.

‘Toen eenige maanden geleden een aantal Fransche kunstenaars het Mesdag-Museum bezocht, getuigden zij na hunne rondwandeling door de zalen: ‘Nú eerst kennen wij Daubigny, Corot, Millet, Troyon! Bij ons in het Louvre zijn zulke meesterwerken niet!’
Wereldkroniek, 17 januari 1903
Tentoonstelling van Franse kunst
In 1882 organiseerde kunsthandel Goupil een tentoonstelling van Franse schilderijen uit particuliere verzamelingen. Die vond plaats in de Haagse Academie van Beeldende Kunsten. Er hingen vijftien werken uit het bezit van de Mesdags, allemaal van Barbizonkunstenaars. De meeste daarvan hadden ze niet lang daarvoor gekocht. Dankzij hun grote erfenis.
De Haagse Academie van Beeldende Kunsten aan de Prinsessegracht
Van Gogh kwam kijken
Vincent van Gogh woonde in Den Haag toen de tentoonstelling te zien was. Hij ging erheen en schreef aan zijn broer Theo:
‘Ik vond bijzonder mooi ook die groote schets van Th. Rousseau uit de coll. Mesdag.’
De Mesdags bezaten twee versies: de studie die je hier ziet en een grotere schets. Die grote schets hing op de tentoonstelling.

Théodore Rousseau, Studie voor Het afdalen van de koeien in de bergen van de Haut-Jura, 1835

Boven: Jules Dupré (1811-1889), Avondstond, ca. 1875-1880. Onder: Vincent van Gogh, Landschap met turfhoop en boerderijen, 1883, Van Gogh Museum, Amsterdam
Net als Dupré
Een jaar nadat Vincent van Gogh dit schilderij van Jules Dupré in Den Haag had gezien, stond het hem nog levendig voor ogen. Van Gogh was gefascineerd door de bijzondere sfeer in het schilderij en moest er aan denken toen hij in Drenthe boerderijen onder een kleurrijke lucht zag. Die legde hij vast, net als Dupré.
‘Dezer dagen heb ik nog de tentoonstelling fransche kunst gezien uit de collecties Mesdag, Post etc. Er is daar veel moois van Dupré, Corot, Daubigny, Diaz, Courbet, Breton, Jacque etc.’
Vincent van Gogh aan zijn broer Theo, 15-16 juli 1882
Lievelingskunstenaar: Daubigny
In De Mesdag Collectie zijn maar liefst 25 kunstwerken van Charles-François Daubigny te vinden. Daubigny was de lievelingskunstenaar van de Mesdags. Ze hadden monumentale werken van hem, maar ook de intieme olieverfschets Maanlicht. Het was het eerste werk van Daubigny dat ze kochten, vlak na zijn overlijden.
Voor zijn olieverfschets van de haven van Vlissingen keek Hendrik Willem Mesdag goed naar Daubigny’s Maanlicht. Hij probeerde de lucht boven de haven met net zulke verfstreken en kleuren aan te brengen. Ook Sientje Mesdag-van Houten en haar nichtje Barbara van Houten gebruikten de werken van Daubigny als voorbeeld.

Charles-François Daubigny, Maanlicht, 1875

Hendrik Willem Mesdag, Haven te Vlissingen, 1887
‘Mijn huis staat voor alle journalisten open, ja; ’t is vooral voor die buitenlanders heel aardig, en in ’t bijzonder voor de Franschen, die kunnen dan eens zien dat wij hier ook nog wel iets moois hebben; ik ben zeker dat ze zooiets nog nooit gezien hebben.’
Interview met Mesdag in de Nieuwe Rotterdamsche Courant, 13 september 1893